Deze zin - weliswaar in een heel andere context gezongen - blijft in mijn hoofd rondzingen. Zo voelt het over het algemeen om in Congo te zijn. Anco en ik hadden vooraf geen idee in welk avontuur we ons precies begaven...
Het is bijna onbegonnen werk om Congo niet met Mali te vergelijken, het land dat we de laatste jaren beter hebben leren kennen. De verschillen worden zichtbaar in de (kleine) dingen van het dagelijks leven, maar vooral ook in de wijze waarop men hier in het leven staat.
Vooraf hadden we ons al afgevraagd wat 30 jaar schrikbewind en oorlog met de bevolking zou doen. Nu komen we daar beetje bij beetje achter. Men lacht hier zichtbaar minder en is veel meer op zichzelf. Het (soms tot in den treure) bij elkaar langsgaan in Mali kent men hier vrijwel niet. Men vertrouwt elkaar ook eigenlijk niet echt. Je bent altijd op je hoede en dat lees je ook in elkaars blik. Anco bestempelde de ogen als 'priemend', klaar om te exploderen.
Toch zijn er ook veel goede, positieve contacten, van dag tot dag. De kok van 70 die graag een praatje maakt en eigenlijk een wandelend geschiedenisboek is. De technische man, die graag met ons op pad gaat om dingen bij te leren. Of gewoon het contact op straat, omdat je de mensen met respect behandeld en probeert een glimlach op hun gezicht te toveren.
Op sommige momenten vind ik het lastig om me niet te focussen op de 'artistieke kant' van dit land / leven. Er komen zoveel mooie fotomomenten voorbij. Maar vrij fotograferen is er niet echt bij. Men schaamt zich voor de staat waarin het land verkeert. En de uitzichtloosheid van hun eigen situatie. Begrijpelijk...
Het leven – ons leven – op de grond van de bijbelschool is primitief, eenvoudig. De school ligt op een heuvel buiten de stad. Waterdruk is er nauwelijks, waardoor stromend water niet aanwezig is. Ook is de spanning laag (gemiddeld 90 – 140 V) – we zitten als school aan het einde van de lijn – waardoor na half zeven het actieve leven toch echt zo'n beetje ophoudt te bestaan. Ook de koelkast is niet meer. Hij is al drie keer gesneuveld.
Het kwik van de thermometer in Congo ligt gemiddeld lager dan in Mali. Maar...de luchtvochtigheid in Congo is daarentegen hoog. Het voelt dan ook klam aan en je kleren kleven voor je gevoel de hele dag aan je lijf. Niet echt fijn, maar na een week raken we er al enigszins aan gewend.
Ondanks dit alles is het goed om hier te zijn. En hopen en bidden we dat we een klein stukje aan de opbouw van een beter leven hier (op de bijbelschool) mogen bijdragen. Wat Congo vooral nodig heeft is hoop op een betere toekomst. Vertrouwen in God en in elkaar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten