26 januari 2006

Filmster voor één dag

Vandaag zijn we alletwee moe en komt er weinig uit onze handen. Maar dat geeft even niets, want gisteren hebben we een productieve, lange en toch ook zeer leuke 'filmdag' gehad. Filmdag? vragen jullie. Laat me bij het begin beginnen...

Begin vorige week ontvingen we een e-mail via onze website van Lokaalmondiaal (
www.lokaalmondiaal.net) met de vraag of ze evt. een dagje met ons mee konden lopen in Mali. Voor hun werk bezochten zij het Sociaal Mondiale Forum in Bamako en zodoende wilden ze de gelegenheid aangrijpen om ons leven en werk hier te filmen. Sja, zo'n aanvraag krijgen we niet elke dag en kunnen we dus ook niet afslaan ;-)

Na heen en weer te hebben gemaild of we elkaar van dienst konden zijn, stond het team van twee dan ook gisteren (woensdag 25 januari) bij ons op de compound. Anco haalde ze om 8.15 uur op in hotel Salam – niet ver bij ons vandaan – en zette ze om 2 uur 's nachts af op het vliegveld in Bamako. Zoals gezegd: een lange, maar heel gezellige dag.

Rond 11 uur togen we naar onze kerk, om een computer voor Abel – onze dominee – en de jeugd te installeren. Een computer overigens geheel draaiende op Linux, Open Source. Na de kerk even shoarma happen en vervolgens naar Point G, hét toeristische punt van Bamako. Vanaf dit punt kun je als het ware heel Bamako overzien. Je krijgt dan een idee van de wijdte van Bamako en ziet heel mooi dat de Niger 'dwars' door de stad heenstroomt. Wij dachten dat dat wel heel mooie filmbeelden zou opleveren.

Na Point G trokken we ons weer even terug op onze compound, om een interview met ons beiden op te nemen. De insteek van de 'korte film' zou zijn: het werken met de jeugd in een ontwikkelingsland. Om a.o. deze reden had LokaalMondiaal ons dan ook benaderd, met een grote interesse voor het computerproject in de jonge jongensgevangenis.

Voor het filmen van laatstgenoemde project hadden we schriftelijk toestemming gevraagd en ook gekregen op de dag zelf, dachten we. Toen we echter uiteindelijk in de gevangenis zelf aankwamen, stond de adjunct directeur ons op te wachten. In zijn kantoor vertelde hij ons dat zijn hogere baas toch geen toestemming had gegeven om het project te filmen. Zelfs niet als we ons alleen tot de computerzaal waarin de les wordt gegeven beperkten. Jammer, maar helaas!

Op dat moment besloten we Joel, onze Malinese computerdocent, mee te nemen naar ons test cybercafé en hem daar te laten vertellen om welke reden dit project bijzonder is. En hoe hij het lesgeven in de gevangenis ervaart. Ook konden we in het cyber nog wat jongeren interviewen over de 'kansen die internet geeft voor de jeugd en de toekomst'.
Na het cyber – inmiddels rond 6 uur 's avonds – op naar de school, om een les HTML te verzorgen én te filmen. Ook daar kwam de jeugd aan het woord. “Wat zou een cursus HTML hen 'opleveren' voor de toekomst?”

We sloten de avond af met een Malinese maaltijd bij ons thuis en praatten nog wat na. Om half 12 werd het toch echt tijd om even de ogen te sluiten. We waren het allemaal over één ding eens: het was bijzonder hoe we de dag als vier 'vreemden' begonnen en als 'vrienden' (wat ons betreft) uit elkaar gingen. We hopen tijdens ons verlof een bezoekje te brengen aan de opnamestudio van LokaalMondiaal in Arnhem.

Onze korte film wordt – DV – op de lokale tv getoond, tijdens het programma Bouwen aan de Wereld. De kans zit er in dat het ook landelijk zal worden uitgezonden. Hoe en wanneer horen jullie zodra het bekend is.

22 januari 2006

Leren van fouten

Aangezien de cultuur en levenswijze in Mali zo anders is dan in Nederland, kun je 'als witte' gemakkelijk iets niet volgens de culturele spelregels doen. Waar wij soms voor snelheid en efficiëntie kiezen, kiest de Malinees voor een ceremonie en langere tijd. In sommige gevallen staan we vooraf niet voldoende stil bij het verschil in (denk)patronen. En dan gaat het weleens mis ;-)

Zo hebben we bijvoorbeeld het computerproject in de jongensgevangenis waar we oprecht trots op zijn. Helemaal ook omdat het project draaiende wordt gehouden door een Malinese computerdocent. Zo dachten we dat we sinds mei vorig jaar wel enige 'krediet' (in ons denken) hadden opgebouwd, om een en ander van een les te filmen. Het gefilmde materiaal zouden we dan weer in Nederland kunnen gebruiken, om beelden van ons werk te laten zien.

Zo gezegd, zo gedaan! Na de docent te hebben ingelicht, gingen we er met onze eigen camera op af. We dachten echter niet voldoende na over protocollen – erg belangrijk in Mali – die vereisen dat we schriftelijk een verzoek indienen voor het filmen van....Die vrijdag hadden we dat nog niet voldoende door en hebben we de studenten gefilmd en hen iets laten delen van hoe zij de cursus ervaren.

Woensdag werden we echter op de hoogte gesteld dat de (adjunct)directeur hierop niet gesteld was en dat we hem vooraf (beter) hadden moeten inlichten. Of we dan ook niet naar de gevangenis wilden komen om te praten. Uiteraard gingen we hierop in en wilden we ook goed uitleggen om welke reden we een en ander hadden gefilmd. Het project kan tenslotte alleen maar draaien met behulp van sponsors in Nederland. We hadden dus absoluut geen kwaad in de zin.

We hadden echter niet voldoende stil gestaan bij het feit dat de gemiddelde Malinees er niet van houdt op de film te worden gezet. Helemaal niet als je in de gevagenis zit!! Tijdens het gesprek namen we onze meer ervaren collega mee, die al jaren in de gevangenis komt en werkt. Zij wist op een heel prettige en ontspannende manier het 'slecht-nieuws-gesprek' in goede banen te leiden. Waarbij ze de nadruk legde op het leren door fouten te (mogen) maken.

De adjunct-directeur drukte ons nog eens goed op het hart een en ander in de toekomst beter te regelen. Sinds het aantreden van een andere 'hoogste baas' waren de regels strenger geworden en is een en ander er niet makkelijker op geworden. Ook hij begreep gelukkig goed om welke reden we dit project wilden filmen.

Een volgende keer zouden we dan, aldus hem, enige 'officials' kunnen uitnodigen, en een klein schaap kunnen slachten. Het dus doen op de manier à la Malienne ;-) We hebben tijdens dit gesprek direct een verzoek ingediend. Om woe a.s. met twee vertegenwoordigers van “Lokaal Mondiaal” een kwartier te filmen.

Lokaal Mondiaal heeft ons zelf benadert om een dagje met ons mee te lopen. Zij hadden ons via onze website gevonden en waren met name geïnteresseerd in het gevangenisproject. Lokaalmondiaal zendt televisieitems en films uit op regionale en lokale omroepen. Door internationale issues vanuit het lokale en regionale perspectief te belichten wil lokaalmondiaal bewustwording creëren over internationale samenwerking en respect voor culturen bevorderen.

We zouden het erg leuk vinden om hen iets van het werk in de gevangenis te laten zien. We zullen zien hoe de (adjunct) directeur op ons 'officiële verzoek' reageert ;-)

18 januari 2006

Onderwijzers opgelet!

Pff, nooit geweten dat kennis overdragen in een andere taal best ingewikkeld kan zijn. Het is alsof je soms de meest simpele termen niet meer snel genoeg in andere woorden kan omzetten, voordat de groep je vragend aankijkt omdat er zo'n lange stilte valt. Maar goed, ben dus sinds maandagavond met een cursus HTML 4.01 van start gegaan.

De groep is goed van aantal, 7 in totaal. Eén van onze voorwaarden om deze cursus te geven was, dat niet alleen jongens zich zouden inschrijven, maar zeker ook enkele meiden. Als je de algemene cijfers erop naslaat zie je toch (over het algemeen) al het beeld terug dat de jongens beter geletterd zijn dan de meiden. Niet vreemd overigens, in een cultuur waarbij de rol man – vrouw nog wat duidelijker en traditioneler omlijnd is.

Maandagavond dus van start gegaan, later dan gepland, omdat een ieder zijn of haar weg naar de onderwijslocatie (MK school) moest vinden. Na enige administratieve afhandelingen (gegevens, betaling voor kopieën, etc) konden we dan ook echt van start gaan. Iedereen stelde zich even voor en vertelde met welk doel hij of zij de cursus wilde volgen. Dat zou mij, dacht ik, een beter beeld geven van de samenstelling van de groep. Dat gaf het zeker en sommige studenten gaven aan de cursus te willen volgen om beter met de computer om te leren gaan. Hmm, da's toch niet helemaal het doel waarmee deze cursus wordt gegeven ;-)

Divers is de groep wel, al hebben ze twee dingen gemeen. Ze kerken in dezelfde gemeente (de onze dus ;-) en ze zijn allen student. Toch werd de eerste avond al een duidelijke scheiding zichtbaar tussen de mensen die wisten hoe met een computer om te gaan en degenen die – zo leek het althans – die avond voor het eerst erachter plaatsnamen. In het leven van alledag ontmoeten we al weinig Malinezen (jong of oud) die weten hoe ze blind moeten typen. Dominees kunnen soms uren over het typen van enkele Bijbelverzen doen.

Toch was het enthousiasme tijdens de avond groot, de wil om nieuwe dingen te leren is absoluut aanwezig. Het jongste meisje uit de groep had dit al laten blijken, toen Anco haar van ons huis naar de MK-school bracht. Aan mij is dan ook de taak om het voor iedereen uit de groep aantrekkelijk en leerzaam te maken. Na les 1 te hebben gegeven werd ik er bijvoorbeeld weer even bij stil gezet, dat wij – computertechneuten – bepaalde jargon gebruiken alsof het de taal is van alledag. Sommige studenten keken dan ook zo nu en dan glazig op van de door mij samengestelde syllabus.

Ook moet ik mijn plaats (balans) zien te vinden in de manier van lesgeven. Onze manier van lesgeven in Europa is zo anders dan die in Mali. In Mali krijg je, even heel zwart-wit gezegd, de dingen voorgekauwd, leer je ze vervolgens uit je hoofd en moet je ze reproduceren. Eigen initiatief en vindingrijkheid wordt niet altijd op prijs gesteld.

Toch probeer ik de les zo te geven, dat er een interactieve sfeer ontstaat. Waarbij ze samen op weg gaan en echt plezier krijgen in de dingen die ze nieuw leren. Met het uiteindelijke doel dat zij dit deel van ons werk (de bouw van websites) zelfstandig op zich kunnen nemen. Maar wellicht denk ik daarbij nog te ver voortuit. Eerst maar eens per les kijken hoe een en ander gaat en waar bepaalde dingen moeten worden aangepast.

Vanavond mag ik weer: 6 weken 2 keer in de week.
PS Tips op het gebied van lesgeven zijn van harte welkom ! ;-)

13 januari 2006

Kloppend hart Dakar rally


Het is een komen en gaan vanaf het vliegveld in Bamako. Een rij Afrikanen en Europeanen verschansen zich voor de ingang, in de hoop iets te zien. Een Malinees zou geen Afrikaan zijn, als hij niet probeert te verdienen. “Sept mille cinquante CFA1 par personne monsieur”, fluistert een Afrikaan ons toe met een grote glimlach op zijn gezicht. Geen geld voor de Dakar rally, lijkt hij hiermee te zeggen.

Bij binnenkomst kijken we onze ogen uit: het normaal lege terrein is omgetoverd tot 'technisch wonderland'. Links en rechts zien we helicopters, vliegtuigen (16 in totaal), omgebouwde racewagens, perstenten, een mobiel ziekenhuis, en ga zo maar door. Om een of andere reden blijft één beeld op mijn netvlies hangen: een in boxershort (naar huis?) bellende coureur...

Enigszins op onze hoede lopen we verder het terrein op. Mijn metgezel bekijkt al watertandend de techniek. Ik verbaas me erover dat ook op het vliegveld de kunstmarkt Artisana heeft uitgepakt. Eén Afrikaan heeft zijn huiswerk goed gedaan: hij verkoopt schilderijen met een racewagen, al zoekend in de woestijn.

Na enige tijd besluiten we een Nederlands team op te zoeken. De magische vraag “Hallo, hoe gaat het?” werkt in Bamako tenslotte ook altijd goed. Het Belgisch/NederlandsYahama team komt net binnen en lijkt in voor een praatje. “Eerst een kop koffie!”, steekt monteur Robert Hereygens van wal.

Robert blijkt een prater te zijn, met hart voor zijn vak. Hij geeft ons een rondleiding in de 18 ton wegende Yahama onderhoudswagen. “Aan alles is gedacht”, verzekert hij ons, “als onze jongens iets hebben onderweg dat we kunnen repareren, dan doen we dat”. Het dringt opeens tot me door dat het onderhoudsteam zo haar eigen rally rijdt.

Robert legt ons ook een en ander uit over het parcoursrijden. “GPS is alleen beschikbaar op de checkpunten”, vertelt Robert, “eigen GPS is verboden. Alleen in noodgevallen is een satelliettelefoon beschikbaar.” De motorrijders kennen een snelheidslimiet van 160 km/h. Met behulp van een blackbox worden de geldboetes automatisch afgeschreven.

Ondertussen tikt de tijd door, langzaamaan druipen verschillende stoffige jongens binnen. Robert belt nog even per satelliettelefoon naar huis. Bij het neerleggen slikt hij even en zegt: “Zo, ik heb mijn ouderlijke plicht ook weer vervuld, nu weer aan het werk”. Een goed moment ook voor ons om afscheid te nemen. Voldaan lopen we, in gedachten verzonken, het vliegveld af. Dit was ons wel 7.500 CFA waard!

1 ruim 11 euro

10 januari 2006

Het leven gaat door!

Weet deze weblog niet zo goed een naam te geven, vanwege de vele gedachten die door mijn hoofd gaan. Vandaag is het een nationale feestdag: Tabaski, of het feest van het schaap. Niet echt letterlijk een feest voor het schaap, want er zal vandaag veel schapenbloed vergoten worden.

Tabaski is voor de Malinese moslims een groot feest, te vergelijken met voor ons het Kerstfeest. Families komen bijeen in – speciaal voor deze dag – nieuw gemaakte kledij. Na het gezamenlijke gebed wordt een schaap geslacht en wordt er uiteraard gegeten. Deze dag is ook bij uitstek geschikt om ruzies bij te leggen en elkaar vergeving te vragen. Onze leraar Bambara legde uit dat op deze dag de mensen uit hun huizen trekken om door de buurt te 'slenteren'. Kom je langs een familie waarmee je enige woorden hebt gehad, dan kun je het vandaag bijleggen.

De religieuze 'gedachte' achter dit feest ligt in de gebeurtenis dat Abraham gehoor gaf aan God om zijn enige zoon Ismaël (aldus de Moslims) te offeren. Op het laatste moment hield God hem tegen en offerde hij een ram, dat verstrikt zat in een struik.

Waarom dan mijn titel 'het leven gaat door'? Wel, vanwege het feit dat dat één van de moeilijkste dingen is om aan te wennen hier in Mali. Hoe het leven 'gewoon' door gaat, ondanks ziekte en dood. Gisteren bijvoorbeeld tijdens mijn Bambarales vertelde Abdoullai (de leraar) me dat Jezus bijna een broertje had gekregen. Eerst keek ik hem niet begrijpend aan, tot hij het nader uitlegde.

Zijn vrouw en hij hadden hun pasgeboren zoontje met Kerst verloren (we wisten overigens niet eens dat zijn vrouw een kindje verwachtte, hierover wordt weinig gepraat in de Malinese cultuur). Op mijn reactie dat ik niet goed wist wat te zeggen, zei hij mij dat God het zo had beslist. Een houding die je veel ziet in een cultuur als die van Mali. Gloeps! ging het door me heen, da's nogal een uitspraak! En ben ik het daarmee eens?! Wilde op dat moment geen discussie meer aangaan, omdat hij op het punt stond om naar huis te gaan. Maar toch...Wie een toepasselijk antwoord klaar heeft liggen, mail ons!

Een ander aspect van het leven is de medische zorg die men in Mali geeft / kan bieden. Dat is niet veel – voor de gemiddelde Malinees – dat kan ik je verzekeren. Abdoullai's pasgeboren zoontje had in Nederland niet gestorven, ook dat staat voor mij als een huis. Zondag ging ik met een collega Precious bezoeken in één van de grootste ziekenhuizen van Bamako. Ze hadden bij haar een vergroeide cyste weggehaald (enigszins herkenbaar voor mij).
De zorg die zij ontving was de operatie en that's it! Op zaal huisde ze samen met de familie kakkerlak. Het bed was niet bedekt met lakens of dekens, er lag helemaal niets! Om over de muren maar nog niet te spreken, want ik weet niet wat deze voor voorgeschiedenis had. Eten en drinken bewaarde ze in een kartonnen doos onder haar bed. Niet door het ziekenhuis verzorgd, maar door familie en vrienden meegenomen. En ga zo maar door.

Anco is zoals velen van jullie weten ook ernstig ziek geweest in 2003! De privékliniek waarin hij lag leek meer op een 4-sterren hotel vergeleken bij dit ziekenhuis waar Precious lag opgenomen. Maar goed, het leven gaat vandaag gewoon door. Lang leve Tabaski! Nou, k wee nie hoor. Ben niet zo in de feeststemming vandaag, maar morgen weer een dag. Met nieuwe kansen ;-)

06 januari 2006

Nederlandsche Bank

Heb over onderstaand onderwerp geloof ik al eens vaker in een weblog geschreven. Is een continue les voor ons, sinds onze komst naar Bamako: een balans vinden in wat wel te 'lenen' en wat niet. En aan wie wel en aan wie niet. Toebabs, blanken, worden door de Afrikaan in het algemeen toch vaak gezien als de bodemloze geldput. En dan niet altijd in de goede zin van het woord.

De reden dat dit onderwerp weer boven komt drijven, is de leningaanvraag van een grote som geld - van iemand die we kennen. Zodra er iemand aan de poort komt met een brief in zijn handen, weet je vaak wel hoe laat het is. Een brief van Afrikanen is vaak gelijk aan een 'geldhulpaanvraag'.

Onze eerste Westerse reactie is: wat??!! Weer een aanvraag en dan nog wel voor zoveel geld. We zijn toch zeker Sinterklaas (of de Nederlansche Bank in het algemeen ;-) niet. 'k Heb dan ook expres het woord 'Westerse' toegevoegd. Jullie moeten namelijk begrijpen dat geldkwesties in de Afrikaanse cultuur heel anders worden bekeken en afgehandeld.

Zo is geld er om op te maken, niet om op te stapelen. De eerste geldhulpaanvraag die gemaakt wordt bij iemand gaat voor alle anderen. Ook is het geen schande om geld te lenen, het is onderdeel van de relatie. Wil je deze relatie goed houden, dan ben je bijna 'verplicht' iets met de hulpvraag te doen. Ook al geef je dan niet het hele bedrag, waarom gevraagd wordt.

Afrikanen zien een geldhulpaanvraag ook als investering voor de toekomst. Mocht de gever een keer in geldnood komen, dan weet hij of zij in ieder geval bij wie als eerste aan te kloppen. Maar goed, ingewikkeld blijft het wel. Vaak krijgen we dan ook als advies geen lening te geven, maar een bepaald bedrag (wat we ter beschikking hebben) te geven. Dan komen er ook geen scheve ogen als de welwillende lener het geld niet kan of 'vergeet' terug te betalen...

Maar ja, je wilt ook niet dat het beeld van de 'bodemloze geldput' altijd bevestigen, want dat is ook niet goed. Meerdere Afrikanen hebben sowieso moeite met budgetteren, het woord komt niet in hun vocabulaire voor. Je zoekt/verdient geld nodig voor één dag en dan zie je wel weer verder. Niet allemaal overigens, moet niet overdrijven. Maar dat is de overheersende gedachte.

Ook koop je als Afrikaan kleine porties eten in. Op die manier kun je met een oprecht/eerlijk hart zeggen dat je niet meer in huis hebt, wanneer er iemand aan de deur komt – een familielid of vriend - om van je voorraad mee te snoepen.

Nou, één vaste behandeling per aanvraag (zoals meer in Nederland) is er dus niet. Per situatie moeten de zaken worden gewogen. Niet makkelijk altijd, maar we komen er wel uit...Hartelijke groet vanuit een koud Bamako.


02 januari 2006

kRamperen

Ja, ja, laten we nu met NieuwJaar ook niet thuis in Bamako zijn geweest. We voelen ons zo nu en dan echte globetrotters. Deze Oud & Nieuw viering hebben we al kamperend met het Mali-team doorgebracht, aan de 'monding' van de Bani-rivier.

Het kostte wat moeite om de plek te vinden, midden in de bush, maar uiteindelijk zagen we door vele bosjes de plek van kamperen. Of kramperen zoals Anco zo nu en dan wel eens (glimlachend) zei. Kamperen, aldus Anco, is niet bedoeld om uit te rusten – je wordt er wellicht nog moeier van – maar voor de gezelligheid.

Gezellig was het zeker. Het was zo nu en dan grappig om de culturele verschillen (Amerikaans – Europees) te zien in de opvatting van kamperen. Onze Amerikaanse collega's namen alles wat de comfort kon opkrikken mee, wij – als enige Europeanen – leken er alles aan te hebben gedaan om zo min mogelijk comfort (in vergelijking) te hebben ;-)
Krokodillen, nijlpaarden en andere grootsoortige beesten hebben we niet gezien. Wel werden we bij het lopend oversteken van de rivier aangehaakt. We bleken precies over te steken, waar de Bozo-vissers hun vishaken hadden neergegooid. Niet grappig op dat moment, maar we kwamen er allen zonder kleerscheuren van af.

Als grapje voor onze directeur – die geen kampeerders zijn en hun intrek namen in een hotel in Segou – hadden we het volgende bedacht. Ewien ging vooruit met 2 collega's om een heuse tent in de hotelkamer op te zetten. Ook zouden we hun namen, ter reservering, veranderen. Zodat het net leek of er niet gereserveerd was. Laten we nu alles netjes hebben opgezet, briefjes met 'buiten werking' van tv en airco hebben opgehangen, en op weg zijn naar de uitgang.

Oh, zei collega Thom, die Lasagna hier is wel erg lekker (het was inmiddels ook al half 3)....Hmm, dacht Ewien bij haarzelf, laten we vooral weggaan van de plek van de 'crime'. Wat als ze opeens eerder komen inchecken? Maar goed, Thom had gereden, dus toch maar aan de lasagna. Laten we nu net 3 minuten zitten en wie komen daar? Juist, de directeur en zijn gezin. Gesnapt, onschuldige gezichten bleken niet meer te helpen. Lachen konden ze er wel om.

Anco heeft in zijn vrije tijd met modder gespeeld en een Hollandse kleioven gemaakt. Het werkte bovengewoon goed en onze gasbrander (met wind) kon er niet tegenop koken. Onze buren zouden er pizza in gaan bakken, beweerden ze, toen we zondag de kampplaats verlieten.

Al met al, een geslaagde paar dagen. Hebben we Nieuwjaar eens op z'n Amerikaans gevierd. Beetje anders – mogen we het saai noemen? - was het wel. Iedereen kon met moeite zijn ogen openhouden tot middernacht, vervolgens werd er hier een daar (lauw) Happy New Year geroepen en dat was. Men nam de stoel op en vertrok naar de tent. Nou, dat gaat in Nederland toch wel even anders niet? En ja, oliebollen....die hebben we dit jaar wel gemist. Hebben jullie er nog een paar achtergehouden Marc en Janneke?

Voor een ieder: een heel goed en gezegend 2006 toegewenst!!