24 maart 2007

Als armoede en jaloezie samengaan

In deze dagen waarin het dagelijkse leven warmer en dus moeilijker (meer ziekte etc) wordt, lijkt het wel of problemen van allerlei aard de kop dreigen op te steken. Niet dat deze problemen er in koelere tijden niet zijn uiteraard, maar ze lijken wel extra uitvergroot.

Over mijn gekozen titelkeuze praten we, als zendings-/ontwikkelingswerkers, niet erg graag. Maar het is wel de realiteit van de dag in ons leven. Niet dat zich uiteraard dagelijks problemen (van dien aard) voordoen, maar het kan je soms ‘zomaar’ overkomen. En dat valt zwaar.

Zo hoorden we de laatste weken van een bevriende ontwikkelingswerker dat er gesjoemeld was met de financiële gelden voor bepaalde projecten binnen zijn organisatie. Vier van de groep van zeven waarmee hij elke dag nauw samenwerkte, waren hierin betrokken en werden op staande voet ontslagen. Hij kon maar niet bevatten hoe dit had kunnen gebeuren….

Of mijn vriendin waarbij haar portemonnee inmiddels al drie keer (waarschijnlijk) uit huis is weggenomen. Grote kans dat een van haar werkers hierin betrokken is, vanwege de vrije toegang tot haar huis.

Of onze collega waarbij haar huiswerker nare brieven begon te schrijven en haar beschuldigde van dingen die zij alleen ten goede voor haar had bedoeld. Dit ging zelfs zo ver dat ze haar moest ontslaan en de werker (zeg maar) de ‘Malinese arbeidsinspectie’ op haar afstuurde.

En zo zijn er helaas nog vele voorbeelden op te sommen. Overigens niet om een doemscenario te beschrijven, maar om te blijven (leven) bij de realiteit van de dag. Het vervelende van dit alles is, dat het hier soms ook om onze Malinese christenbroeders en zusters gaat.

Als Westerlingen proberen we dingen te begrijpen, treden we zulke problemen analytisch tegemoet. Maar toch gaat deze vlieger vaak niet op. In Mali zijn er allerlei factoren die mensen tot een bepaalde daad voeren, waarbij de druk van de familie, naaste vrienden en het anders aankijken tegen geld / middelen op nr. 1 staat.

Het gebeurd regelmatig dat de ‘omgeving’ vindt dat ze van alles van de werker kunnen vragen, omdat zij of hij nu eenmaal bij ‘een blanke’ werkt. Of dat niets eigenlijk goed genoeg is voor de andere partij, omdat jij als zendings-/ontwikkelingswerker nu eenmaal meer hebt dan zij. Mijn bevriende ontwikkelingswerker zei daarop terecht dat ze vergeten dat hij er ook voor moet werken. Dat het geld niet zomaar uit de lucht valt.

In dit alles speelt de armoede en daarmee gepaarde jaloezie een grote rol. Je vergelijken met een ander geeft altijd een scheef beeld. Bij mij wel althans, want die ander komt er bijna altijd beter uit. Je vergelijkt vaak met scheve maten, appels met peren, enz. Toch is dit een ‘bijkomstigheid’ van het leven in ontwikkelingslanden waaraan je niet zomaar even went. Iedere situatie kent geen standaardoplossing. Je bent dus eigenlijk altijd een beetje onvoorbereid.

Toch zeggen wij iedere keer hoe blij en dankbaar wij zijn met onze werkers. Niet dat daar niets fout gaat, maar de relatie met hen is goed. En zulke incidenten moeten ook je beeld niet kleuren van iedere Malinees die je in een bepaalde situatie tegenkomt. Waarbij gebed en het nemen van geen overhaaste beslissingen ons devies is.

20 maart 2007

Tropenrooster



Wat ons betreft mag het tropenrooster worden ingevoerd. De temperaturen lopen momenteel op tot 35 graden in huis. Pff, zweten dus. Zo zelfs dat Anco voor zijn doen wel erg vroeg (rond half 6) uit de veren is.

Zaterdag zeiden we tegen onze Malinese internetcafé werker: Funteni bè bi! Letterlijk vertaald is dit: het is vandaag heet. Ja, antwoordde hij droog, dòònin....'Een beetje' komt in het Nederlands het dichtst in de buurt. Oftewel: hij vond een en ander nog wel aangenaam.

Toch horen we meer zuchten en puffen rondom ons heen. Ook de Malinezen hebben het warm deze dagen. Ik dacht altijd dat wij blanken hier veel meer last van hadden, maar dat is niet zo. We zaten een keer in de bus voor een lange reis en dan zag je het zweet letterlijk langs hun gezichten lopen. Hey, gelukkig dacht ik toen, wij zijn niet de enige.

En dan te bedenken dat de heetste tijd (april, mei) nog moet komen ;-) Dat belooft niet veel goeds als het gaat om oplopende temperaturen en puf om te werken. Om die reden koelen we het huis in deze maanden wat meer af....Of zoeken we plekken om te werken waar het minder warm is.

Deze (maart) maand zijn we vrij veel in Bamako in vergelijking met andere maanden. En dat is ook wel lekker. Al komen de reiskriebels dan ook wel weer naar boven. Voor deze maand staat er wellicht nog een korte videoreis gepland.

Anco gaat dan in ons hoofdkantoor van de kerk (in San) een paar extra, nieuwe computers neerzetten. Een en ander is nodig toe aan vervanging. De kerkpresident heeft ons, voordat we op verlof gingen, om hulp hiervoor gevraagd. Vaak kunnen we (kerk)mensen niet met geld helpen, maar wel met middelen ;-)

Het plan is dan om door te rijden naar Sofaraba, een plaats in het Bozogebied (Noorden van Mali). In dit dorp wonen collega's van ons die al meer dan 20 jaar de Bozos be-evangeliseren. Ze leven dan ook echt onder de Bozos in een simpel huis en passen zich aan aan de leefwijze en het ritme van de Bozos. De Bozos zijn een echt vissersvolk (zie foto), die meerdere maanden - wanneer mogelijk - op het water zijn.

In dit dorp wil Ewien dan de betreffende collega's filmen, zodat een kort introductiefilmpje op de CAMA website Mali kan worden geplaatst. We zijn overigens heel erg benieuwd hoe een en ander in zo'n omgeving wordt ontvangen. We zullen zien!

Het videowerk zal tevens een 'officielere' start maken in de maand april. Er liggen plannen, als de doelen zijn gesteld en goedgekeurd, om naar Koutiala te gaan en daar te starten met filmen. De stafmedewerkers van het Koutiala ziekenhuis hebben aangegeven dat er behoefte is aan (video)onderwijsmateriaal dat in de wachtkamers kan worden getoond. Een dankbare en enigszins makkelijke plek om van start te gaan. En de Malinese man die vanuit de kerk is aangewezen van een “training on the job” te voorzien.

15 maart 2007

Opkomende stadsmentaliteit

Las op internet dat de Nederlandse jeugd massaal wil emigreren. Onder het mom van: Nederlandse jeugd heeft meer met cola dan klompen. Na hierover even te hebben nagedacht, dacht ik: ja, zou je eigenlijk ook wel van de Malinese jeugd kunnen zeggen. Dan zou de volgende uitspraak wellicht toepasselijker zijn: Malinese jeugd heeft meer met cola dan Malinese tradities.

Heb er al eerder in weblogs over geschreven: het verlangen van de jeugd om hun land te ontvluchten….Weg uit de armoede, de werkeloosheid en de uitzichtloosheid. Waarbij het beeld van de trek naar het Westen gelijk staat aan: voldoende werk, geld en toegang tot dingen die men hier niet kan krijgen.

Wellicht niet geheel onterecht, behalve dat de jeugd hierbij denkt dat alles ‘zo komt aanwaaien’ en vergeet dat hiermee (veel) geld gemoeid gaat. Al filosoferend op een terrasje bespraken een vriendin (die binnenkort terug naar NL gaat) en ik onze ervaringen met Bamako, Mali. Zo’n tweede termijn in hetzelfde land ga je dingen anders zien, begin je je eigen mening te vormen over bepaalde dingen.

Interessant vond ik het wel wat deze vriendin over de stad Bamako zei. Zij heeft er al heel wat jaartjes meer op zitten dan wij, dus heeft recht van spreken ;-) Met name de laatste twee jaar heeft zij dingen zien veranderen. Bars, disco’s schieten als paddestoelen uit de grond. De bevolkingsgroei neemt grootste vormen aan, zij het door geboorte en/of door trek vanaf het platteland.

Een en ander uit zich bijvoorbeeld in het steeds chaotischer wordende verkeer…het lijkt wel of elk gezinslid tegenwoordig over een brommertje beschikt. In minder materiëlistische zin merkten we beiden op dat er een mentaliteitsverandering plaatsvindt. Met name zichtbaar onder de (ook hier) dynamische en meer willende jeugd.

De jeugd wil (over het algemeen) alles, maar wil er niets voor hoeven doen. Waarbij het fatalistische karakter van een moslimland als Mali daar nog een schepje bovenop doet. Het ligt tenslotte toch allemaal in Gods hand (zal ik overigens niet ontkennen ;-), waardoor een passieve houding (ben ik het niet mee eens ;-) geoorloofd is.

Mijn vriendin zag het grootste toekomstige probleem toch wel in die explosieve bevolkingsgroei. Helemaal in de stad, Bamako dus. Meer dan 65% liet ik me vertellen is 20 jaar of jonger. Hoe krijgen die allen werk? En hoe houdt ‘men’ deze groep tevreden? Een eenvoudig antwoord hierop is niet te geven. Helemaal niet in een land als Mali, waar de kloof tussen allerarmst en rijk steeds groter wordt.

Een plasticvrij Mali zou dan in onze ogen praktisch meer haalbaar zijn. Al zouden we beiden Mali dan niet meer herkennen…;-)

p.s.
Deze overpeinzingen kwamen naar boven met het oog op de komende presidentsverkiezingen hier in Mali eind april 2007.

10 maart 2007

Stap voorwaarts Bolle Mineurs

Grr, moet me aan het begin van deze weblog er écht toezetten om bij mijn geplande onderwerp (tekenen contract jeugdgevangenis) te blijven in plaats van de onvrede met onze ISP (Internet Service Provider) de laatste tijd. Zie dat onze website alweer zo nu en dan niet bereikbaar is. Grr, ik zal in ieder geval niemand Active24 als ISP aanraden….

De jonge jongensgevangenis dus… Gisteren, vrijdag 09 maart 2007, is - tot onze vreugde - een vernieuwd samenwerkingscontract getekend (zie foto onder)! Dit nieuwe contract legt duidelijker ieders taken en verantwoordelijkheden vast, wat hopelijk de communicatie en dus samenwerking tussen ons en de gevangenis(directeur) verbeterd.

De gevangenisdirecteur had gisteren goede moed. Uiteraard kwam hij wel weer wat laat op de afspraak (naar Malinese gewoonte ;-) en liet hij zijn stem horen over een en ander aangaande het contract. Toch gaan we deze nieuwe computerperiode in met meer vertrouwen. Er is echter één probleem.

Onze computerleraar voor de gevangenis, Joel, heeft afgelopen maandagavond een motorongeluk gehad. We hebben hem kort daarna opgezocht en het was voor ons wel duidelijk dat hij voorlopig niet mobiel zal zijn. Zijn been, bovenbeen tot aan de enkel, zit in het gips en de arts had gezegd dat hij minimaal 10 dagen er niet op mocht lopen.

Uiteraard waren we dankbaar dat hij niets ernstigers had, maar het gaf wel even een domper voor beide kanten als het gaat om de ‘frisse start’ die we voor ogen hadden na ondertekening van het contract. Maar toch, gezondheid gaat voor… Helemaal in een land als Mali.

Joel zelf wilde al na een paar dagen zijn gips eraf laten halen, zodat hij weer aan de slag kon. Wij hebben hem echter aangeraden het advies van de arts op te volgen en rustig aan te doen. Dit om ook te voorkomen dat een te snelle start hem later duur komt te staan.

Zodra hij op de been is, gaan we dan ook weer aan de slag in de gevangenis. We zorgen dan dat de computerzaal weer gereed is voor gebruik, compleet met computers die een ‘upgrade’ hebben ondergaan. Ondanks deze onverwachte tegenslag zijn we toch ontzettend dankbaar met deze stap voorwaarts.

Mochten jullie Joel een helpende hand willen toesteken, dan kan dat. Naast zijn lichamelijke wonden, is ook zijn brommer (belangrijk vervoermiddel voor hem / zijn werk) er niet best aan toe. Een financiële bijdrage voor hem is dan ook meer dan welkom! Neem dan even met ons contact op….

Blijf de weblog volgen, waarin we jullie op de hoogte zullen houden van o.a. de voortgang van dit project….

06 maart 2007

Getuigenissen

Onze directeur heeft eens gezegd dat zendingswerkers “regelmatig” teveel over zichzelf schrijven, denken...en niet zozeer over hen waarmee we dagelijks, wekelijks, maandelijks mee te maken krijgen. Hier ben ik het niet geheel mee oneens ;-), en om deze reden dan ook een weblog met getuigenissen uit Mali...

Zoals jullie wellicht weten heeft een collega alweer ruim 8 maanden geleden een inloopcentrum voor “vrouwen in moeilijkheden” geopend. De deuren van dit centrum zijn bijna elke namiddag geopend. Meerdere vrouwen, uit zending, gemeente en elders, werken hierbij samen en vangen de dames die langskomen op. Om met hen te praten, te bidden en hen tot steun te zijn.

Alweer bijna twee weken geleden was het mijn beurt, samen met een Congolese collega. Ik had ook mijn Congolese vriendin (waarmee ik wekelijks bijbelstudie doe) uitgenodigd, omdat de beide landgenoten elkaar al sinds lange tijd niet hadden gezien. Daarnaast dacht ik op deze wijze mijn (soms opstekende) schuchterheid enigszins te kunnen verbloemen, omdat zij elkaar toch genoeg te vertellen zouden hebben ;-)

Die dag kwam een Nigeriaanse vrouw met haar man en zoontje binnen. Bij de eerste oogopslag kreeg ik al in de gaten dat het jongetje (2,5 jaar) écht goed ziek was. Haar vriendin legde uit dat ‘Fred’ al ruim een maand ziek was en dat doktoren niet wisten wat hem precies mankeerde. Dat hij al zo lang ziek was, was hem aan te zien. Hij huilde af en aan, gaf over en wankelde op zijn benen als zijn moeder hem neerzette. Daarnaast hing zijn broek op half 7, omdat hij zoveel afgevallen was. Mijn enige gedachte op dat moment was: als er niets gebeurd, zal dit jongetje doodgaan.

We legden de moeder dan ook uit dat de situatie erg ernstig was en dat ze ‘vandaag, nu’ naar een arts moest gaan, waarmee een collega in de gevangenis samenwerkt. Hij staat bekend als een goede kinderarts. Na het adres te hebben opgeschreven, haar wat geld te hebben gegeven, spoorde we hen aan om écht te gaan. Nu, op dit moment. We baden voor bescherming en genezing van Fred en lieten hen gaan. Daarbij zeggend dat ze terug moesten komen om te laten zien hoe hij maakte.

Vanavond vertelde dezelfde collega me dat Fred genezen is en dat hij weer vrolijk en rondspringend in “Centre Rahab” was enige tijd geleden. Zijn moeder had haar woord gehouden en kwam hem laten zien. Ik kon alleen God prijzen voor dit wonder, want het was hartverscheurend om zo’n klein jochie zo ziek te zien. Dit getuigenis konden we dan vanavond ook bij de “straatdames” gebruiken, die we opzochten in een bar in Bamako.

Ook in de vrouwengevangenis gebeurde vorige week grote dingen. Het gebedsteam (dat bij ons de gebedsconferentie verzorgde) ging mee om het gevangeniswerk te zien. Op die dag was er een ernstig zieke vrouw met een gezwel, waarbij de antibioticumkuur niet aansloeg. De vrouwen van het team baden voor haar genezing, waarvan veel gevangenisvrouwen getuige waren. De volgende dag was er van het gezwel niets meer te zien. De vrouw zong God’s lof en danste op de plek waar ze zo lang ziek had gelegen. Dat het gebeurene een getuigenis was, bleek de vrijdag erop...De zaal was te klein om zo’n 38 vrouwen (normaalgesproken komen er zo’n 15) te huizen, die wilden horen uit Gods woord!!

02 maart 2007

Tollend hoofd

M’n hoofd tolt van de cijfers...Mijn eerste weken op kantoor (twee ochtenden per week) en dan al een kasverschil ;-) In positieve zin dan gelukkig...Maar goed, weet nu dat ik echt niet voor cijfers geboren ben.

Waarom dan toch deze taak? Wel, de boekhouder is op verlof voor drie maanden en ja, dan moeten de eindjes (letterlijk) aan elkaar worden geknoopt. Laat ik nu gevraagd zijn om de Bamako kas te beheren. Pff, nooit geweten dat een save zo moeilijk opengaat ;-)

De sfeer op kantoor is goed, dus dat werkt ten goede. We worstelen allemaal met cijfers en lachen er samen hartelijk om. Niet op een wijze dat het werk niet serieus wordt gedaan uiteraard. Want uiteindelijk moeten de cijfers met elkaar kloppen, anders hebben we toch echt een probleem.

Velen vroegen ons wat we dit jaar met Anco’s verjaardag hebben gedaan. Hmm, niet zo heel veel, moeten we eerlijk bekennen. We grappen zo nu en dan dat we verjaardagen maar laten voor wat het is, want het lijkt elk jaar wel iets te zijn tijdens deze dagen. Dit jaar voelde Anco zich stukken beter, maar waren we moe van de reis naar en conferentie in Ségou. Toch zijn we de betreffende maandag weer op reis gegaan, dit keer weer naar Farakala om praktisch werk af te ronden wat we in December 2006 waren begonnen.

Zoals jullie je wellicht herinneren zijn we toen bij een vertaalteam (Senoufo) langsgegaan om hen van meer zonnepanelen en (batterij)onderwijs te voorzien. De toegevoegde panelen waren echter nog niet steelvrij en moesten dus nog goed aan het dak worden vastgemaakt. Een reden voor ons om naar Farakala te gaan en op de terugweg een oud-collega mee naar Bamako te nemen.

Onze rit naar Farakala had nog een ander doel, onze collega’s in Niena (stadje zo’n half uur voorafgaand aan Farakala) filmen. Op de website genaamd cmamali.org worden namelijk alle teamleden met een korte videoclip voorgesteld. Langzaamaan wordt het digitale team compleet ;-) Onze collega’s in Niena misten hier echter nog op. Een reden temeer om samen deze reis aan te gaan.

Daar hebben we dan ook Anco’s verjaardag gevierd, met pizza, cola en verse aardbeien. Ik was benieuwd hoe een en ander op Anco’s maag zou vallen. En helaas kwam een en ander verkeerd terecht en had Anco de dag erna maag- en darmklachten. Het is bijzonder hoe heftig zijn lichaam soms kan reageren op de dingen die staan op de “verboden te eten lijst”...Eet hij de dag erna weer volgens het dieet, dan is een en ander weer (direct) over.

Geen spannende verjaardag dus..al hebben we zondags met onze taalvrienden uit Guinée een gezellig samenzijn gehad. Ze staan op het punt om weer naar Guinée te vertrekken. Het is bijzonder hoe de situatie daar is gestabiliseerd. De president heeft eieren voor zijn geld gekozen en heeft een eerste minster aangesteld die goedkeuring heeft van meerdere partijen. Een belangrijke stap in een doorgaans nog niet totaal opgeloste situatie.