In deze dagen waarin het dagelijkse leven warmer en dus moeilijker (meer ziekte etc) wordt, lijkt het wel of problemen van allerlei aard de kop dreigen op te steken. Niet dat deze problemen er in koelere tijden niet zijn uiteraard, maar ze lijken wel extra uitvergroot.
Over mijn gekozen titelkeuze praten we, als zendings-/ontwikkelingswerkers, niet erg graag. Maar het is wel de realiteit van de dag in ons leven. Niet dat zich uiteraard dagelijks problemen (van dien aard) voordoen, maar het kan je soms ‘zomaar’ overkomen. En dat valt zwaar.
Zo hoorden we de laatste weken van een bevriende ontwikkelingswerker dat er gesjoemeld was met de financiële gelden voor bepaalde projecten binnen zijn organisatie. Vier van de groep van zeven waarmee hij elke dag nauw samenwerkte, waren hierin betrokken en werden op staande voet ontslagen. Hij kon maar niet bevatten hoe dit had kunnen gebeuren….
Of mijn vriendin waarbij haar portemonnee inmiddels al drie keer (waarschijnlijk) uit huis is weggenomen. Grote kans dat een van haar werkers hierin betrokken is, vanwege de vrije toegang tot haar huis.
Of onze collega waarbij haar huiswerker nare brieven begon te schrijven en haar beschuldigde van dingen die zij alleen ten goede voor haar had bedoeld. Dit ging zelfs zo ver dat ze haar moest ontslaan en de werker (zeg maar) de ‘Malinese arbeidsinspectie’ op haar afstuurde.
En zo zijn er helaas nog vele voorbeelden op te sommen. Overigens niet om een doemscenario te beschrijven, maar om te blijven (leven) bij de realiteit van de dag. Het vervelende van dit alles is, dat het hier soms ook om onze Malinese christenbroeders en zusters gaat.
Als Westerlingen proberen we dingen te begrijpen, treden we zulke problemen analytisch tegemoet. Maar toch gaat deze vlieger vaak niet op. In Mali zijn er allerlei factoren die mensen tot een bepaalde daad voeren, waarbij de druk van de familie, naaste vrienden en het anders aankijken tegen geld / middelen op nr. 1 staat.
Het gebeurd regelmatig dat de ‘omgeving’ vindt dat ze van alles van de werker kunnen vragen, omdat zij of hij nu eenmaal bij ‘een blanke’ werkt. Of dat niets eigenlijk goed genoeg is voor de andere partij, omdat jij als zendings-/ontwikkelingswerker nu eenmaal meer hebt dan zij. Mijn bevriende ontwikkelingswerker zei daarop terecht dat ze vergeten dat hij er ook voor moet werken. Dat het geld niet zomaar uit de lucht valt.
In dit alles speelt de armoede en daarmee gepaarde jaloezie een grote rol. Je vergelijken met een ander geeft altijd een scheef beeld. Bij mij wel althans, want die ander komt er bijna altijd beter uit. Je vergelijkt vaak met scheve maten, appels met peren, enz. Toch is dit een ‘bijkomstigheid’ van het leven in ontwikkelingslanden waaraan je niet zomaar even went. Iedere situatie kent geen standaardoplossing. Je bent dus eigenlijk altijd een beetje onvoorbereid.
Toch zeggen wij iedere keer hoe blij en dankbaar wij zijn met onze werkers. Niet dat daar niets fout gaat, maar de relatie met hen is goed. En zulke incidenten moeten ook je beeld niet kleuren van iedere Malinees die je in een bepaalde situatie tegenkomt. Waarbij gebed en het nemen van geen overhaaste beslissingen ons devies is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten