Onze directeur heeft eens gezegd dat zendingswerkers “regelmatig” teveel over zichzelf schrijven, denken...en niet zozeer over hen waarmee we dagelijks, wekelijks, maandelijks mee te maken krijgen. Hier ben ik het niet geheel mee oneens ;-), en om deze reden dan ook een weblog met getuigenissen uit Mali...
Zoals jullie wellicht weten heeft een collega alweer ruim 8 maanden geleden een inloopcentrum voor “vrouwen in moeilijkheden” geopend. De deuren van dit centrum zijn bijna elke namiddag geopend. Meerdere vrouwen, uit zending, gemeente en elders, werken hierbij samen en vangen de dames die langskomen op. Om met hen te praten, te bidden en hen tot steun te zijn.
Alweer bijna twee weken geleden was het mijn beurt, samen met een Congolese collega. Ik had ook mijn Congolese vriendin (waarmee ik wekelijks bijbelstudie doe) uitgenodigd, omdat de beide landgenoten elkaar al sinds lange tijd niet hadden gezien. Daarnaast dacht ik op deze wijze mijn (soms opstekende) schuchterheid enigszins te kunnen verbloemen, omdat zij elkaar toch genoeg te vertellen zouden hebben ;-)
Die dag kwam een Nigeriaanse vrouw met haar man en zoontje binnen. Bij de eerste oogopslag kreeg ik al in de gaten dat het jongetje (2,5 jaar) écht goed ziek was. Haar vriendin legde uit dat ‘Fred’ al ruim een maand ziek was en dat doktoren niet wisten wat hem precies mankeerde. Dat hij al zo lang ziek was, was hem aan te zien. Hij huilde af en aan, gaf over en wankelde op zijn benen als zijn moeder hem neerzette. Daarnaast hing zijn broek op half 7, omdat hij zoveel afgevallen was. Mijn enige gedachte op dat moment was: als er niets gebeurd, zal dit jongetje doodgaan.
We legden de moeder dan ook uit dat de situatie erg ernstig was en dat ze ‘vandaag, nu’ naar een arts moest gaan, waarmee een collega in de gevangenis samenwerkt. Hij staat bekend als een goede kinderarts. Na het adres te hebben opgeschreven, haar wat geld te hebben gegeven, spoorde we hen aan om écht te gaan. Nu, op dit moment. We baden voor bescherming en genezing van Fred en lieten hen gaan. Daarbij zeggend dat ze terug moesten komen om te laten zien hoe hij maakte.
Vanavond vertelde dezelfde collega me dat Fred genezen is en dat hij weer vrolijk en rondspringend in “Centre Rahab” was enige tijd geleden. Zijn moeder had haar woord gehouden en kwam hem laten zien. Ik kon alleen God prijzen voor dit wonder, want het was hartverscheurend om zo’n klein jochie zo ziek te zien. Dit getuigenis konden we dan vanavond ook bij de “straatdames” gebruiken, die we opzochten in een bar in Bamako.
Ook in de vrouwengevangenis gebeurde vorige week grote dingen. Het gebedsteam (dat bij ons de gebedsconferentie verzorgde) ging mee om het gevangeniswerk te zien. Op die dag was er een ernstig zieke vrouw met een gezwel, waarbij de antibioticumkuur niet aansloeg. De vrouwen van het team baden voor haar genezing, waarvan veel gevangenisvrouwen getuige waren. De volgende dag was er van het gezwel niets meer te zien. De vrouw zong God’s lof en danste op de plek waar ze zo lang ziek had gelegen. Dat het gebeurene een getuigenis was, bleek de vrijdag erop...De zaal was te klein om zo’n 38 vrouwen (normaalgesproken komen er zo’n 15) te huizen, die wilden horen uit Gods woord!!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten