30 augustus 2006

Pff, wat een terugreis

Ons verblijf in Koutiala was erg goed. We konden echt vorderingen zien in het reilen en zeilen van het (toch grote) ziekenhuis. Ook was het goed om collega's weer te zien, na ons verlof in NL.

Het was alsof we niet weg waren geweest, we konden de draad als het ware gewoon weer oppakken. De eerste vraag die Maggie, dochter van collega's Neselroade, aan Anco stelde was dan ook: “Ome Anco, wanneer gaan we springen op de trampoline?” Op de vraag aan hun moeder waarom ze zo graag met ome Anco sprongen, antwoordden zij in koor: “Omdat ome Anco zo gevaarlijk is ;-)”

Hmm, wat moeten we daar nu van denken. Maar ja, de moeder was het eens, dus dan ga ik me er (opvoedtechnisch) maar niet mee bemoeien...toch?

Bemoedigd werden we ook bij het horen van de verhalen over het ziekenhuis. Eén daarvan wil ik jullie niet onthouden. Er werd enkele dagen geleden een vrouw binnengebracht, die niet op eigen kracht kon lopen. Ook praatte ze niet meer sinds een bepaalde tijd. Haar familie wist niet zo goed, wat ze met haar aanmoesten.

Na enige medische controles bleek er lichamelijk niets mis te zijn. Ze gaven haar een kalmeringsmiddel en that's it. Aangezien ze toch een soort woede-aanvallen bleef houden, besloot het team voor haar te bidden. Ook verwijderden ze haar “fetisch” kettingen, bedoelt om de geesten gunstig te stemmen.

Het onvoorstelbare gebeurde: na enkele dagen liep ze weer zelf en begon zelfs weer te praten. De familie kon er niet bij, wat had de dokter haar gegeven? Moeilijker bleek het om uit te leggen dat er op medisch vlak niets toe gediend was, behalve dan dat kalmeringsmiddel. Op deze manier werd een getuigenis afgegeven dat God machtiger is dan welke (boze) geest in Mali dan ook. Wonderbaarlijk in een land waar voorouder- en geestenverering aan de orde van de dag is.

Maandagochtend vroeg begonnen we aan de terugreis. Deze liep wel even wat anders dan de heen...De auto van een collega had het namelijk begeven en was tijdelijk gestationeerd in Segou (zo'n 2,5 uur van Bamako). Het plan was nu om de auto naar Bamako te slepen. Ik al sturend, Anco voor ons en dan met een ijzeren stang tussen de twee auto's.

Het enige dat ik moest doen was sturen, maar hoe...;-) Het bleek een zwaardere klus te zijn dan ik in eerste instantie dacht. De vrouwen werden dan ook in de achterste wagen geplaatst (ik en onze domineesvrouw), de mannen (Anco en onze dominee) in de voorste. Geen radio, geen airco (wel ramen open natuurlijk) en alleen converseren in het Bambara...Vandaar de zin: pff wat een terugreis.

Maar gezellig was het, de trip van zo'n 6-7 uur. Omdat we niet over een radio beschikte, zong mijn buurvrouw liederen in het Bambara. Daarnaast kreeg ik echt de gelegenheid om haar wat beter te leren kennen op deze manier. Onze vriendschap heeft zich verdiept tijdens deze reis, al miste ik zo nu en dan nog wel wat Bambara. Verbrand en zwetend tot aan mijn onderbroek kwamen we rond 6 uur 's avonds aan in Bamako. Ik was dan ook nog niet zo blij geweest (sinds onze terugkomst uit NL) om weer thuis te zijn!

Geen opmerkingen: