De afgelopen dagen stonden in het teken van berichten vanuit Mali. Goede berichten van werkers die ons op het hart drukken dat het hen en hun werk goed gaat. Minder goede ook, over een jonge collega die een ernstig motorongeluk heeft gehad. Bij het lezen van al deze berichten gaat ons hart uit naar Mali, maar voelen we ons “ver weg”.
Dat ver-weg-gevoel hebben we ook al in meerdere gesprekken bij vrienden thuis genoemd. Gevoelsmatig is het namelijk moeilijk om een land als NL en Mali te koppelen. Het was de eerste weken in NL dan ook net alsof we in de foute film waren gestapt. Overigens denk ik ook dat als we weer terug naar Mali gaan, hetzelfde effect zal optreden.
Maar goed, berichten uit Mali dus. Van bijvoorbeeld Paul, onze trouwe internetpartner. We hebben al eerder over hem geschreven. Hij veranderde van een “nooit naar school gaande, enigszins onzekere man” in een “zelfverzekerde, rechtop lopende jonge man”. We hebben hem in de 1,5 jaar dat we hem meemaakten letterlijk een stukje zien groeien ;-)
Voor ons vertrek hebben we ons Linux-internetcafé verhuisd en hem, als medewerker hiervan, dus ook. Best spannend voor hem: een nieuwe stek, een nieuwe “baas” boven hem en wij op verlof naar NL. We waren dan ook blij om te lezen dat het hem en zijn familie goed ging. Ook maakten we uit zijn mail op dat het werk hem goed af ging.
En dan ontvang je naast deze goede berichten ook het bericht van een motorongeluk. Bij het horen van dit woord alleen al, gaan er alarmbellen rinkelen. Het doet ons terugdenken aan de maand (in juni 2005) dat Anco met open wonden verplicht in zijn stoel zat. We refereren er altijd naar als “niet de beste tijd van ons huwelijk en onze tijd in Mali”. Daarbij hebben we gezien dat je erg kwetsbaar bent in het Malinees verkeer, het is alsof je zes paar ogen moet hebben.
Enige achtergrond bij dit feit is denk ik gewenst. De betreffende collega is een Amerikaanse verpleegster, Betsy, werkzaam in het vrouwen- en kinderziekenhuis in Koutiala. Een geweldig project, dat al lang haar deuren had willen openen, maar veel tegenstand ondervond en ondervindt.
Ze strijden al maanden om de aangevraagde stadselectriciteit te verkrijgen. Overigens, voor in onze ogen onmenselijke prijzen....Het team in Koutiala schreef in een e-mail dat “voor hun gevoel alles was gedaan dat in hun (menselijke) vermogen ligt”. Zij riepen dan ook het team op om de komende dagen te bidden en te vasten, om wijsheid te zoeken bij God. Niet dat dat niet was gedaan in de periode ervoor, maar om écht stil te staan en niet door te rennen...
Deze e-mail, met als afzender Betsy, rolde onze inbox binnen rond 5 uur Malinese tijd. Rond 9 uur die avond ontvingen we een e-mail van onze directeur dat Betsy een ernstig motorongeluk had gehad en met interne bloedingen in het (Koutiala) ziekenhuis lag. Bij het lezen van beide e-mails werd het even stil om me heen. Het was alsof – zoals onze directeur het later ook omschreef – de boodschap werd afgegeven door God's vijand dat het ziekenhuis, wat hem betreft, niet open mag gaan.
Vandaag, een dag later, ligt Betsy nog steeds in het ziekenhuis, maar is haar toestand stabiel. Dokter en collega Dan wil haar 24 uur in het ziekenhuis houden, indien een operatie nodig mocht zijn vanwege haar interne bloedingen. Wij kunnen vanuit NL 'alleen' biddend om haar en de rest van het team heen staan. We voelen ons in zo'n situatie pas echt “erg ver weg”. Maar vertrouwen erop dat God ook deze situatie zal gebruiken tot eer van Zijn naam.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten